Aanleggen
Het is erg belangrijk om jouw kindje op de juiste manier aan de borst te leggen. Jouw verloskundige, maar vooral ook de kraamverzorgster zal je de eerste dagen helpen bij het aanleggen.
Belangrijk bij het aanleggen:
- Zorg voor een prettige en ontspannen houding in een rustige omgeving.
- Jouw kindje ligt met het buikje tegen jouw buik aan, zodat jouw kindje het nekje niet hoeft te draaien bij het happen naar de tepel.
- Het bovenlipje / neusje van jouw kindje ligt ter hoogte van de tepel.
- Het hoofdje van jouw kindje ligt recht tegenover de borst en ligt in een rechte lijn met het ruggetje.
- Steun jouw borst eventueel met een open hand.
- Jouw kindje moet zijn mond wijd open doen om te happen, strijk eventueel met jouw tepel langs zijn lipjes.
- Jouw kindje zuigt de tepel tot achter in zijn keel, waarbij een groot deel van de tepelhof ook in zijn mondje wordt genomen.
- De tong van jouw kindje is onder de tepel, zo voorkom je pijnlijke tepels.
- De lipjes zijn naar buiten gekruld.
- De wangetjes zijn bol.
- Je hoeft jouw borst niet in te drukken om het neusje van jouw kindje vrij te houden.
Indien jouw kindje efficiënt zuigt mag jouw kindje in principe drinken tot hij/zij in slaap valt of de borst zelf loslaat. Een efficiënt zuigritme begint met enkele korte zuigbewegingen snel achter elkaar om de melktoeschietreflex op te wekken. Daarna zal jouw kindje overgaan op langere, diepere teugen. Tijdens een voeding kan jouw kindje zelf pauzes nemen en daarna weer opnieuw beginnen met die kortere zuigbewegingen. Hoe lang jouw kindje aan een borst drinkt is afhankelijk van het drinkgedrag van jouw kindje en niet van de klok!
Niet efficiënt drinken is wanneer jouw kindje aan de tepel ligt te sabbelen of alleen maar korte zuigbewegingen blijft maken. Jouw komt dan dus niet aan het echte drinken toe. In dat geval moet jouw kindje worden “afgekoppeld” om tepelkloven te voorkomen. Met jouw pink in het mondhoekje van jouw kindje verbreek je het vacuüm en is jouw kindje gemakkelijk van de borst af te halen. Trek nooit jouw kindje van de borst!
Borstvoeding geven en jouw kindje aanleggen is iets wat je moet leren. Neem de tijd! Soms komt het er op neer dat je tijdens één voeding meerdere keren opnieuw moet aanleggen.
De eerste dagen staan jouw borsten nog niet zo onder spanning en kunnen jij en jouw kindje het aanleggen goed oefenen. Oefening baart kunst! Goed aanleggen verkleint de kans op tepelkloven. Het is normaal dat jouw tepels de eerste paar minuten gevoelig of soms pijnlijk zijn. Dit komt doordat spiertjes die in de tepel zitten uitgerekt worden. Als de melk toeschiet zakt dit gevoel weer. Als de gevoeligheid niet afzakt en het voeden doet pijn, haal dan jouw kindje van de borst en leg opnieuw aan. In de loop van de eerste week raken jouw tepels aan het voeden gewend en is aanleggen in principe niet meer pijnlijk. Blijft dit wel het geval of is de tepel afgeplat en beschadigd, vraag dan of een lactatiekundige een keer een voeding mee kan komen kijken. De kans is dan groot dat de pijn veroorzaakt wordt doordat jouw kindje de borst niet helemaal op de juiste manier pakt.