Anticonceptie

De eerste menstruatie kun je verwachten vanaf zes weken na jouw bevalling. Indien je borstvoeding geeft kan het zijn dat je (veel) langer niet ongesteld wordt. Jouw vruchtbare periode ligt 2-3 weken vóór een menstruatie, wat dus betekent dat je eigenlijk al vanaf twee weken na jouw bevalling weer zwanger kunt worden. Indien je dit niet wilt dan is het noodzakelijk om anticonceptie te gebruiken. Het is een fabeltje dat borstvoeding anticonceptie is!!! Er zijn verschillende vormen van anticonceptie. Onderstaand vind je de meest gebruikte methodes:

De combinatiepil.

Dit is eigenlijk de “normale” pil. Deze bevat 2 soorten hormonen: oestrogeen en progesteron waardoor de eisprong wordt voorkomen. Na 3 weken slikken volgt er een stopweek waarin je ongesteld wordt.  Wanneer je na de bevalling wacht op jouw eerste menstruatie en begint met het slikken van de pil op de eerste menstruatiedag, dan ben je na een week voldoende tegen zwangerschap beschermd. Twijfel je over het begin van de menstruatie of begin je zomaar ergens midden in jouw cyclus met slikken, dan is de hele eerste strip niet veilig en moet je ter extra bescherming een condoom gebruiken.  Pas na de eerste stopweek, bij het begin van de tweede strip ben je voldoende beschermd. Geef je borstvoeding dan is de gewone pil niet aan te raden. Beide hormonen komen in kleine hoeveelheden via de moedermelk bij jouw kindje. Tevens kan door het oestrogeen ook de hoeveelheid van de voeding flink terug lopen.

De minipil.

Geef je borstvoeding en wil je toch graag de pil slikken, kies dan voor een minipil, zoals bijvoorbeeld Cerazette®. Deze pil bevat alleen progesteron. Om de kans op zwangerschap zo laag mogelijk te houden dient een minipil elke dag exact op het zelfde tijdstip te worden ingenomen. Ook is er geen stopweek en komen de menstruaties daardoor onregelmatiger.  Bij juist gebruik is Cerazette net zo betrouwbaar als een combinatiepil.

De prikpil.

Bij de prikpil hoef je niets te slikken, maar krijg je iedere 3 maanden een injectie met progesteron. Het voordeel is dat je dan niet iedere dag hoeft op te letten dat je. de pil niet vergeet. Nadeel is dat de menstruatie, zeker in de eerste maanden, erg onregelmatig wordt. Na het stoppen met de prikpil kan het soms nog een half jaar duren voordat jouw eigen cyclus weer op gang komt. Wil je dus snel weer zwanger worden dan is de prikpil geen handige keuze.

De anticonceptiering (Nuva-ring®).

Dit is een flexibele kunststof ring die je één keer per maand in jouw vagina moet inbrengen. De ring bevat dezelfde hormonen als de combinatiepil en deze worden via de vaginawand in het bloed opgenomen om zo de eisprong te remmen. Na 3 weken haal je de ring er weer uit en word je ongesteld. Geef je borstvoeding, dan wordt om dezelfde redenen als de combintatiepil, de anticonceptiering niet aangeraden.

Het koperhoudend spiraaltje

Een spiraaltje is van kunststof en is klein en buigzaam en wordt door een huisarts of gynaecoloog in jouw baarmoeder geplaatst. Dit spiraaltje bevat een kleine hoeveelheid dun koperdraad. Door het koper worden de zaadcellen van de man inactief gemaakt, waardoor ze minder goed in staat zijn om een eicel te bevruchten. Mocht er toch een bevruchting optreden, dan kan door de aanwezigheid van het spiraal de eicel niet meer in het baarmoederslijmvlies innestelen. Het koperhoudend spiraaltje heeft geen invloed op jouw natuurlijke cyclus en kan daarom prima worden gebruikt in combinatie met borstvoeding. Het is bijna net zo betrouwbaar als de combinatiepil en kan wel vijf jaar blijven zitten. Na verwijdering van het spiraaltje kun je direct weer zwanger worden. Nadeel van het koperspiraal is dat jouw ongesteldheid heviger kan worden; meer of langer vloeien en/of meer buikpijn.

Het hormoonhoudende spiraaltje (Mirena®).

De Mirena® heeft dezelfde vorm als het koperhoudend spiraal, maar bevat in plaats van koperdraad een speciaal laagje dat het hormoon progesteron afgeeft. De manier van inbrengen is hetzelfde, maar de werking is totaal anders. Het hormoon wordt in jouw baarmoeder afgegeven en is alleen daar werkzaam. Het zorgt er op twee manieren voor dat zwangerschap wordt voorkomen. Ten eerste wordt het slijm in de baarmoederhals dikker en taaier. Zo kunnen zaadcellen moeilijker de baarmoeder in komen, waardoor de kans op bevruchting van de eicel zeer klein wordt. Ten tweede wordt ook de opbouw van het baarmoederslijmvlies geremd. Mocht er toch een eicel zijn bevrucht dan kan die zich niet innestelen. Bijkomend voordeel is dat uw menstruatie veel lichter wordt. De bloedingen worden korter, minder hevig of stoppen soms helemaal. Dit kan geen kwaad: Als er geen baarmoederslijmvlies wordt opgebouwd, dan hoeft het er dus ook niet uit. Mirena® is betrouwbaarder dan de pil en net zo veilig als sterilisatie. Het spiraaltje kan vijf jaar blijven zitten en na verwijdering kunt u direct weer zwanger worden. Het hormoon komt slechts in zeer lage hoeveelheden in het bloed (60 tot 100 keer minder dan bij de pil), waardoor je prima Mirena® kunt gebruiken tijdens borstvoeding. Het beste moment om een spiraaltje te plaatsen is acht tot twaalf weken na de bevalling of tijdens de eerste dagen van een menstruatie.

Het condoom.

Het condoom is een veel gebruikt anticonceptiemiddel. Het is wel iets minder betrouwbaar dan de pil of een spiraaltje. Het beste is dan ook om condooms te gebruiken met een zaaddodend glijmiddel. Zijn andere anticonceptiemethodes voor je niet geschikt of niet wenselijk, dan is het condoom een goed alternatief. Het heeft geen enkele invloed op jouw natuurlijke cyclus of op de borstvoeding.

Sterilisatie.

Is jouw gezin compleet of wil je absoluut geen kinderen meer, dan is sterilisatie een definitieve vorm van anticonceptie. Er dient een keuze te worden gemaakt wie van beide zich laat steriliseren: de man of de vrouw. De wijze waarop sterilisatie wordt gedaan is erg verschillend. Bij de man worden onder plaatselijke verdoving de beide zaadleiders onderbroken en afgebonden. Bij de vrouw worden tijdens een kijkoperatie de eileiders geblokkeerd met een ringetje of een klemmetje. Beide vormen van sterilisatie hebben geen invloed op de menstruatiecyclus, de zin in sex of het vermogen tot orgasme. Wie een sterilisatie wenst, zal via de huisarts worden verwezen naar een gynaecoloog of uroloog.

De anti-conceptiepleister (EVRA®).

Deze plak je op jouw huid en bevat dezelfde hormonen als de pil. Het hormoonhoudend staafje (Implanon®) wordt in de spier van jouw bovenarm geplaatst en geeft progesteron af. De pleister moet je wekelijks vervangen, het staafje kan 3 jaar blijven zitten. Beide methodes zijn niet heel geschikt tijdens de borstvoedingsperiode.

Overige niet-hormonale anticonceptiemethodes.

Hieronder vallen het pessarium, periodieke onthouding, coïtus interruptus. Deze methodes zijn veel minder betrouwbaar.

Voor meer informatie kijk op: