Jouw baarmoeder hangt met banden aan jouw bekken. Deze banden zorgen er samen met de bekkenbodemspieren voor dat jouw baarmoeder op zijn plaats blijft en niet verzakt. Als de zwangere baarmoeder gaat groeien rekken de banden mee op. Aan het eind van de zwangerschap zijn jouw buikspieren zo uitgerekt dat ze de baarmoeder niet veel steun meer kunnen bieden. Het is dus niet gek dat de banden bij het omdraaien in bed of na een tijdje lopen pijn kunnen gaan doen. Dit is een normaal verschijnsel en kan geen kwaad. Bij een tweede, derde of vierde kind heb je vaak meer last van bandenpijn omdat jouw buikspieren slapper zijn en minder steun geven aan jouw baarmoeder.

Tips

Een steunband kan steun geven aan de zwaarder wordende baarmoeder. Dit kan bandenpijn voorkomen of de pijnlijke banden wat rust geven.  De buikspieren worden door het dragen van een steunband niet verzwakt, de doek draagt mee aan gewicht van jouw kind en jouw buikspieren blijven onder de doek gewoon ‘meedoen’. Laat wel een steunband aanmeten door een bekkenfysiotherapeute. Het gevaar van een steunband is dat de band de functie van de buikspieren teveel en te vaak gaat overnemen waardoor herstel steeds lastiger wordt.