De eerste weken na de geboorte huilt jouw kindje gemiddeld 1-1,5 uur per 24 uur. Rond 6 weken is dat 2-2,5 uur en daarna wordt het langzaam weer minder tot 1,5 uur per 24 uur. Na 3 maanden merk je vaak een duidelijke vermindering in het aantal huiluren.

Krampjes.

Jouw kindje kan last hebben van darmkrampjes. Meestal zet jouw kindje het dan ineens op een brullen en trekt jouw kindje de beentjes op of strekt ze juist enorm uit. Probeer jouw kindje te troosten door jouw kindje tegen je aan te houden. Sommige baby’s vinden het lekker als je een warme washand op hun buikje houdt of het buikje zachtjes met ronddraaiende bewegingen masseert. Masseer met de klok mee. Onze online module babymassage is een echte aanrader!

Honger.

Huilen kan ook een (laat) teken zijn van honger. Meestal zoekt jouw kindje dan met het hoofdje en mond naar de borst. Het hoofdje dan heen en weer en jouw kindje hapt met de mond wijd open. Jouw kindje kan ook op een vuistje sabbelen. Huilen is het laatste signaal dat jouw kindje nu echt trek heeft.

Ongemak.

Tenslotte kan jouw kindje ook huilen van ongemak. Jouw kindje heeft 9 maanden lekker in jouw buik gezeten en mist nu de warmte en de geluiden die er in jouw buik zijn. Veel kinderen hebben ’s avonds of ’s nachts huiluren. Hun ritme is niet makkelijk om te draaien. Soms helpt het om het badje ’s avonds te doen in plaats van in de ochtend. Daar worden kindjes soms rozig van. Zorg dat jouw kindje bij je op de kamer ligt zodat jouw kindje jouw ademhaling kan horen. Omdat het zo stil is ’s nachts, kun je proberen de radio zachtjes aan te zetten.

Ook kun je jouw kindje het “baarmoedergevoel” een beetje terug geven door in het wiegje het dekentje aan beide zijden strak in te stoppen onder het matrasje. Maak het bedje laag op, zodat jouw kindje bijna met de voetjes tegen de onderkant van het bedje aan ligt. Op die manier voelt jouw kindje zich meer geborgen en zal rustiger slapen.

Veilig slapen.

Jouw kindje mag nooit samen met je in één bed slapen. Overdag kun je jouw kindje wel laten slapen op het ouderlijk bed, mits onder de volgende voorwaarden: Leg de baby niet onder jouw dekbed, maar onder een eigen dekentje. Je kunt ook het aankleedkussen op het bed leggen en apart voor jouw kindje opmaken. Neem nooit jouw kindje bij je in bed bij (extreme) vermoeidheid, medicijn-, alcohol- of drugsgebruik.