Indalen
De meeste baby’s dalen rond de 30e week van de zwangerschap in. Veel aanstaande moeders zijn bang dat dit te vroeg is, omdat zij denken dat de baby dan ook eerder geboren wordt. Dit is echter niet het geval! Het moment van indalen zegt niets over het tijdstip van de geboorte.
Het indalen van jouw kindje heeft voordelen:
- De kans dat jouw kindje nog omdraait wordt kleiner. (Bij hoofdligging voordeel, bij stuitligging nadeel!)
- Wanneer de vliezen breken is het niet mogelijk dat de navelstreng uitzakt.
- Hoe dieper jouw kindje is ingedaald, hoe korter de weg die nog moet worden afgelegd tijdens het persen.
Het indalen van jouw kindje heeft ook nadelen:
- Je kunt van het indalen pijn hebben; stekende pijn in jouw vagina, pijn in jouw liezen en een kramperig gevoel in jouw onderbuik. Sommige vrouwen hebben zelfs zogenaamde indalingsweeën, dit zijn licht pijnlijke harde buiken die met enige regelmaat komen, maar na een paar uur weer stoppen.
- Lopen gaat na het indalen soms wat lastiger. Je hebt het gevoel te ‘waggelen’.
- Indien je niet jouw eerste kindje krijgt kun je soms het gevoel hebben dat het hoofdje van jouw kindje ‘tussen jouw knieen hangt’, ofwel heel diep zit. Dit heeft niet zozeer te maken met de indaling, alswel met het verslappen van de bekkenbodemspieren. Voordeel hiervan is, dat het persen bij een tweede of volgende bevalling ook gemiddeld veel korter duurt!
Zelf voel je meestal niet of je kindje is ingedaald. Vraag het ons bij de controle en wij zullen ernaar voelen en het je vertellen.